Wanneer persoonsgegevens rechtmatig mogen worden verwerkt omdat de verwerking nodig is ter vervulling van een taak van algemeen belang of in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is verleend, dan wel op grond van de gerechtvaardigde belangen van een verwerkingsverantwoordelijke of een derde, dient een betrokkene niettemin bezwaar te kunnen maken tegen de verwerking van gegevens die op zijn specifieke situatie betrekking hebben. De verwerkingsverantwoordelijke moet aantonen dat zijn dwingende gerechtvaardigde belangen wellicht zwaarder wegen dan de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene.