De algemene voorwaarden voor de leden van de toezichthoudende autoriteit dienen in elke lidstaat bij wet te worden vastgesteld en dienen met name te bepalen dat de leden door middel van een transparante procedure hetzij door het parlement, de regering of het staatshoofd van de lidstaat worden benoemd op voordracht van de regering, een lid van de regering, het parlement of een kamer van het parlement, hetzij door een daartoe bij lidstatelijk recht belaste onafhankelijke instantie. Teneinde de onafhankelijkheid van de toezichthoudende autoriteit te waarborgen, dienen de leden van de toezichthoudende autoriteit integer te handelen, zich te onthouden van alle handelingen die onverenigbaar zijn met hun taken en gedurende hun ambtstermijn geen al dan niet bezoldigde beroepswerkzaamheden te verrichten die onverenigbaar zijn met hun taken. De toezichthoudende autoriteit dient over eigen personeelsleden te beschikken, geselecteerd door de toezichthoudende autoriteit of een bij lidstatelijk recht ingestelde onafhankelijke instantie die bij uitsluiting onder leiding van de leden van de toezichthoudende autoriteit moet staan.