Met betrekking tot de bevoegdheden van de toezichthoudende autoriteiten om van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker toegang tot persoonsgegevens en tot zijn bedrijfsruimten te verkrijgen, kunnen de lidstaten binnen de grenzen van deze verordening bij wet specifieke regels vaststellen om het beroepsgeheim of andere gelijkwaardige geheimhoudingsplichten te waarborgen, voor zover dit nodig is om het recht op bescherming van persoonsgegevens met het beroepsgeheim te verzoenen. Daarbij worden de in de lidstaten geldende verplichtingen om de regels van het beroepsgeheim na te leven wanneer het Unierecht zulks vereist, onverlet gelaten.