1. Onverminderd andere uit hoofde van deze verordening vastgestelde taken, verricht elke toezichthoudende autoriteit op haar grondgebied de volgende taken:
a) zij monitort en handhaaft de toepassing van deze verordening;
b) zij bevordert bij het brede publiek de bekendheid met en het inzicht in de risico’s, regels, waarborgen en rechten in verband met de verwerking. Bijzondere aandacht wordt besteed aan specifiek op kinderen gerichte activiteiten;
c) zij verleent overeenkomstig het recht van de lidstaat, advies aan het nationale parlement, de regering, en andere instellingen en organen over wetgevingsinitiatieven en bestuursmaatregelen in verband met de bescherming van de rechten en vrijheden van natuurlijke personen op het gebied van verwerking;
d) zij maakt de verwerkingsverantwoordelijken en de verwerkers beter bekend met hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening;
e) zij verstrekt desgevraagd informatie aan iedere betrokkene over de uitoefening van zijn rechten uit hoofde van deze verordening en werkt daartoe in voorkomend geval samen met de toezichthoudende autoriteiten in andere lidstaten;
f) zij behandelt klachten van betrokkenen, of van organen, organisaties of verenigingen overeenkomstig artikel 80, onderzoekt de inhoud van de klacht in de mate waarin dat gepast is en stelt de klager binnen een redelijke termijn in kennis van de vooruitgang en het resultaat van het onderzoek, met name indien verder onderzoek of coördinatie met een andere toezichthoudende autoriteit noodzakelijk is;
g) zij werkt samen met andere toezichthoudende autoriteiten, onder meer door informatie te delen en wederzijdse bijstand te bieden, teneinde de samenhang in de toepassing en de handhaving van deze verordening te waarborgen;
h) zij verricht onderzoeken naar de toepassing van deze verordening, onder meer op basis van informatie die zij van een andere toezichthoudende autoriteit of een andere overheidsinstantie ontvangt;
i) zij volgt de relevante ontwikkelingen voor zover deze een impact hebben op de bescherming van persoonsgegevens, met name de ontwikkelingen in informatie- en communicatietechnologieën en handelspraktijken;
j) zij stelt de in artikel 28, lid 8, en artikel 46, lid 2, onder d), bedoelde standaardcontractbepalingen vast;
k) zij stelt een lijst op met betrekking tot het vereiste inzake een gegevensbeschermingseffectbeoordeling overeenkomstig artikel 35, lid 4, en houdt deze lijst bij;
l) zij verstrekt advies over de in artikel 36, lid 2, bedoelde verwerkingsactiviteiten;
m) zij bevordert de opstelling van gedragscodes uit hoofde van artikel 40, lid 1, geeft advies en keurt, overeenkomstig artikel 40, lid 5, gedragscodes goed die voldoende waarborgen leveren;
n) zij bevordert de invoering van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming en van gegevensbeschermingszegels en -merktekens overeenkomstig artikel 42, lid 1, en keurt de criteria voor certificering uit hoofde van artikel 42, lid 5, goed;
o) waar van toepassing verricht zij een periodieke toetsing van de overeenkomstig artikel 42, lid 7, afgegeven certificeringen;
p) zij zorgt voor het opstellen en het bekendmaken van de criteria voor de accreditatie van een orgaan voor het toezicht op gedragscodes op grond van artikel 41 en van een certificeringsorgaan op grond van artikel 43;
q) zij zorgt voor de accreditatie van een orgaan voor het toezicht op gedragscodes op grond van artikel 41 en van een certificeringsorgaan op grond van artikel 43;
r) zij geeft toestemming voor de in artikel 46, lid 3, bedoelde contractuele en andere bepalingen;
s) zij keurt overeenkomstig artikel 47 bindende bedrijfsvoorschriften goed;
t) zij levert een bijdrage aan de activiteiten van het Comité;
u) zij houdt interne registers bij van inbreuken op deze verordening en van overeenkomstig artikel 58, lid 2, getroffen maatregelen; en
v) zij verricht alle andere taken die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens.
2. Elke toezichthoudende autoriteit faciliteert de indiening van klachten als bedoeld in lid 1, onder f), door maatregelen te nemen, zoals het ter beschikking stellen van een klachtenformulier dat ook elektronisch kan worden ingevuld, zonder dat andere communicatiemiddelen worden uitgesloten.
3. Elke toezichthoudende autoriteit verricht haar taken kosteloos voor de betrokkene en, in voorkomend geval, voor de functionaris voor gegevensbescherming.
4. Wanneer verzoeken kennelijk ongegrond of buitensporig zijn, met name vanwege hun repetitieve karakter, kan de toezichthoudende autoriteit op basis van de administratieve kosten een redelijke vergoeding aanrekenen, of weigeren aan het verzoek gevolg te geven. Het is aan de toezichthoudende autoriteit om de kennelijk ongegronde of buitensporige aard van het verzoek aan te tonen.