De rechtssystemen van Denemarken en Estland laten de in deze verordening beschreven administratieve geldboeten niet toe. De regels over administratieve geldboeten kunnen op een zodanige wijze worden toegepast dat de boete in Denemarken als een strafrechtelijke sanctie door een bevoegd gerecht, en in Estland in het kader van een procedure voor strafbare feiten door de toezichthoudende autoriteit wordt opgelegd, op voorwaarde dat deze toepassingen van de regels in die lidstaten eenzelfde werking hebben als administratieve geldboeten die door toezichthoudende autoriteiten worden opgelegd. Daarom dienen de bevoegde nationale gerechten rekening te houden met de aanbeveling van de toezichthoudende autoriteit die de boete heeft geïnitieerd. De boeten dienen in elk geval doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.